Rijke Arabier
Afgelopen zondag, een zwoele arabisch avond, rijd ik van de palm naar huis. Juist na de brug over sjeik Zayed road staat een Jeep aan de kant. Er naast staat een man teken te doen. Ik, goed als ik ben, stop. De man, een Arabier in wit kleed met een baseball petje op, komt tot bij mij gewandeld.
Ik vraag: “Do you have any problems with your car?”
Hij: “No no, I’m waiting for someone and I thought it was you”
Hij gaat verder: “I’m looking for a factory where they make …
… How do you say it in English … You know …
(dan gesticulerend met zijn handen)
… They put in buildings
Ik: “concrete?”
Hij: “Yes a concrete factory! Do you know where it is?”
Ik: “no, I’m sorry”
Hij: ”I’m going to buy it!”
Ik (iet of wat verbouwereerd): “hmm, that’s nice”
(korte stilte aangezien ik niet echt verder wist wat daarop gezegd)
Hij: “Do you work here?”
Ik: “Yes, I work for Jan De Nul a dredging company”
Hij trekt een wezen alsof hij het hoort donderen in Keulen
Ik ga verder: “We are building the Palm island, palm jebel ali”
Hij: “Aaah … So you are an engineer?”
Ik: “yes indeed”
Hij: “I need an engineer”
Ik, veel te eerlijk en veel te snel geantwoord verdikke: “I have to be honnest I don’t know anything about concrete”
(alweer een korte stilte)
Hij: “You are English?”
Ik: “No I’m from Belgium”
Hij: “good engineers in Belgium?”
Ik: “Yes”
Ik ga verder: “You know Besix? A belgian company, they are building Burj Dubai (toekomtig hoogste gebouw van de wereld). They have many good engineers that know about concrete”
Hij: “Aah (een ongeintresseerde reactie)
Ik: “Allé, I will go home know hé”
Hij: “Thank you very much for stopping”
Ik: “My pleasure” en wandelde nog steeds verbouwereerd naar mijn auto